Waar moet je op letten, wat moet je repareren of vervangen voordat het nieuwe seizoen begint?
1. Grondige reiniging
De basis is een goede schoonmaak van de fiets.
2. Banden, binnenbanden, tubeless-systemen
Controleer de banden op slijtage of andere schade. Vervang of repareer ze indien nodig. Gebruik je gewone binnenbanden, controleer dan hun toestand. Voor tubeless-banden raden we aan om het “melk” (dichtmiddel) bij te vullen.
Als je al een tijdje een tubeless-systeem gebruikt, raden we aan het volledig te vernieuwen – dus de velglint vervangen en het dichtmiddel verversen…
3. Ketting
Een belangrijk onderdeel van de controle is het inspecteren van de ketting.
Meet of de ketting is uitgerekt. Als dat zo is, vervang hem dan. Dit hangt af van hoeveel je rijdt.
Voor nieuwe fietsen raden we aan de ketting elke 2000–2500 km te vervangen.
4. Bouten en schroeven
Als je fiets de hele winter heeft stilgestaan, is het belangrijk om alle bouten te controleren. Vooral die van het stuur – de bouten van de stuurpen en het stuur zelf.
Controleer ook de bouten van het zadel en de crankarmen.
5. Lagers
Specifiek de trapas en de wielnaven. De eenvoudigste manier om te controleren op speling: houd de pedalen en beide wielen vast en beweeg ze van links naar rechts. Als je speling voelt, breng de fiets dan naar de werkplaats.
6. Vergeet tot slot niet de verlichting en het batterijniveau te controleren.
Als je fiets ouder is, raden we een volledige professionele inspectie aan, inclusief vering en andere belangrijke onderdelen.
Hoe weet je wanneer je banden versleten zijn?
Veel mensen denken ten onrechte dat versleten banden alleen te herkennen zijn als het profiel volledig is verdwenen…
Versleten banden herken je echter aan zichtbare remsporen of andere tekenen van slijtage op het loopvlak.
Scheurtjes in de zijkanten zijn ook een duidelijk teken van zware slijtage. Als dit gebeurt, vervang de banden onmiddellijk.
Er is niets erger dan een klapband midden tijdens een rit.